Zwartsnavel toekan

Het verbreidingsgebied van deze toekans met de sterk contrasterende kleuren strekt zich uit van Noordwest Venezuela over het Andesgebergte van Colombia tot Noordoost Ecuador. In de zuidelijkste streken wordt de speciesvorm vervangen door "spilorhynchtis" en in de West Andes door "occidentalis".

De eerste ondersoort onderscheidt zich door een rode snavelbasis en wigvormige rode vlekken op de zijkanten van de bovensnavel. De vogels houden zich op in de dichte wouden, op hoogten variërend van 1800 3000 m. Daar de plaat vervaardigd werd naar balgen en de huid meestal verkleurd is, ontbreken rondom het oog de juiste kleuren; voor het oog is de naakte huid zacht blauw en achter het oog geel, terwijl de iris zelf diep rood is.

De plaatsing van de neusgaten ligt iets meer naar voren, zodat ze niet door de kopveren overdekt zijn.
De bovenkop en nek zijn zwart, de rug en vleugeldekveren zijn olijfbruin, de kleine slagpennen blauwachtig bruin.
De staart is donker grijsgroen en de punten van de middelste vier pennen hebben grote, de daarnaast liggende kleine kastanjebruine punten.
De stuit is citroengeel en de bovenstaartdekveren zijn groenachtig.
De wangen, oorstreek en keel zijn wit, de borst en buik bleek blauw, de flanken bruin, de dijen kastanjebruin en de onderstaartdekveren karmijnrood.
De poten zijn groenachtig blauw, met een lila aanslag aan de onderkant.
De vrouwtjes zijn gelijk van kleur, maar iets kleiner van formaat.
Over de levensgewoonten zijn geen bijzonderheden vermeld.
