Home Ramphastos swainsonii

Swainsons toekan



Bij vergelijking met de voorgaande, Choco toekan, vallen direct het veel grotere snavelformaat en kleurverschiHen op.
Deze toekans bewonen de 'tropische wouden van het midden stroomgebied van de Rio Magdalena tot aan de westkust van Colombia en zuidwaarts tot West Ecuador, noordwaarts tot Zuidoost Honduras.
Aan de hand van de levende exemplaren, die thans in tal van dierentuinen voorkomen moeten aan de afbeeldingen op de plaat een paar kleine correcties worden aangebracht.
De achternek en bovenrug hebben een duidelijke kastanjebruine aanslag, en het oog is roodbruin.
De snavellengte varieert van 15 tot 20 cm, afhankelijk van het geslacht en de leeftijd.
Het geel van de keel en krop wordt naar onderen toe begrensd door een smalle witte en een bredere rode band.

De onderdelen zijn zwart, de onderstaartdekveren rood, de bovenstaartdekveren wit.
Vanaf de zwarte basisstreep langs de snavel is de onderste helft van de bover»iavel kastanjebruin uitlopend in zwart, de ondersnavel eveneens.
De rest van de bovensnavel is geel.
De naakte hpid om het oog is geelachtig groen.



Soms komen er ook albino- of half albino vormen voor.







De vrouwtjes zijn meestal wat kleiner en minder fel van kleur.


De roep, die deze vogels laten horen, wordt door de spaans en portugees sprekende inwoners verstaan als "Dios te dé", wat zoveel zeggen wil als "God behoede je".
Gedurende het heetste gedeelte van de dag houden de vogels zich schuil tussen het dichte gebladerte en pas tegen zonsondergang worden ze actief.
Vooral jonge vogels ontwikkelen zich tot zeer tamme en amusante huisgenoten.