Beschrijving :

Deze vogel heeft een lengte van 60 tot 65 centimeter.
De kop en de nek zijn roodbruin van kleur.
De vleugels en de romp zijn zwart van kleur met een metallic groene glans.
De staart is geheel wit.
De snavel is lichtgeel met een zwart kleur bij de aanhechting.
De helm is helemaal gebobbeld en het begin hiervan is ook zwart van kleur.
De oogring en de keel zijn kaal en blauw van kleur. De ogen hebben huidkleurige oogleden.
De ogen zijn rood tot roodbruin en de poten en de voeten zijn zwart.

Geslachtsonderscheid :

Het vrouwtje is kleiner dan het mannetje.
Haar kop en nek zijn geheel zwart in plaats van roodbruin.
De ogen zijn bruin in plaats van rood.

De jongen:

De jonge mannetjes en vrouwtjes lijken erg op elkaar.
Ze hebben de kopkleuren van de man.
Op de foto is echter al te zien, welke van de twee het vrouwtje gaat worden(rechts). Later(± na een jaar) is het geslacht duidelijk.

De hoorn op de snavel is nog helemaal glad.
Later komt daar elke keer een ribbel bij.

Maar of dat nou na elk jaar is - het feit waaraan de "Jaarvogels" hun naam danken - , is niet zeker.

Verspreidingsgebied :

Deze vogel leeft in het oosten van Indonesië, Papoea Nieuw Guinea, de Solomoneilanden en hij komt voor op 24 eilanden van de Molukken.

Natuurlijke leefomgeving:

De Papoea jaarvogel bewoont de altijd groene wouden en is ook wel eens te vinden in beboste gebieden en moerasachtige wouden.
Ze worden zelden boven een hoogte van 1500 meter aangetroffen.

Natuurlijke voeding:

Over het algemeen wordt deze vogel alleen, in paren of in kleine groepjes aangetroffen, maar rusten kunnen ze tot met wel honderden vogels samendoen.
Ze voeden zich over het algemeen met fruit zoals citrusvruchten en grote paarse vruchten en nog een aantal andere soorten.
Ze zijn af en toe ook gesignaleerd op stranden waar ze krabben vangen.

Broeden en levenscyclus :

Er is niet zo heel erg veel bekent over de precieze nestperiode van deze vogels.

Tussen augustus en oktober zoeken deze vogels een nest en bouwen zich hier in.

De tijd dat de jongen in het nest zitten en dat het mannetje in het nest moet voeren is tussen 22 september en 26 december.
De jongen vliegen uit vanaf begin november en 13 januari; dit is afhankelijk van wanneer een koppel is begonnen met broeden.

Het is niet precies bekend hoeveel eieren deze vogels tegelijk leggen.
Een ei ziet er lang en ovaal uit en heeft een grof schaal met putjes erin.

De Papoea jaarvogel broedt in het wild in vijgenbomen zo’n 15 meter boven de grond. Daarnaast broeden ze ook in de zogenaamde oelin
( eusideroxylon zwageri ).

Dit is een boom met een zeer harde, zware en duurzame houtsoort uit de Laurierfamilie.
In deze bomen broeden ze tot op wel 30 meter boven de grond.

Het mannetje voert het vrouwtje en de jongen in het nest door middel van het opbraken van voedsel.