Home Tockus fasciatus semifasciatus

Beschrijving :

De lengte van deze vogel is 45 centimeter.
De kop, de bovenborst en de rug zijn zwart en de vleugels zijn zwart met een metallic glans.
De staart is zwart, maar aan beide kanten van de staart zijn de bijna buitenste staartveren wit van kleur.
Het onderste buikgedeelte is ook wit.
De snavel en de helm zijn lichtgeel van kleur, waarbij de punt van snavel en de punt van de helm, zwart zijn.
Ook loopt er over de ondersnavel nog een zwarte streep.
Het kale stukje huid op de keel is blauw, de oogring is bruin en ook de ogen zijn bruin van kleur.
De poten zijn groenbruin tot zwart van kleur.


Afmetingen en gewicht :

Man:

Vleugel: 240 - 267 mm.
Staart: 212 – 250 mm.
Snavel: 95 – 110 mm.
Gewicht : +/- 271 gr.

Vrouw:

Vleugels: 220 – 250 mm.
Staart: 190 – 216 mm.
Snavel : 76 – 98 mm.
Gewicht : 191 – 228 gr.

Bij het vrouwtje is de gele keelvlek hier goed te zien. Die van het mannetje is zwart, maar valt bij de rest van de uitstraling minder op.


Geslachtsonderscheid :

Ze is kleiner dan het mannetje en ook de snavel is kleiner dan die van het mannetje.
De kale vlek op de keel is lichtgeel van kleur en de oogring is meer donkerblauw van kleur.
Het uiteinde van de snavel is rood.


Verspreidingsgebied :

Deze vogel komt voor in Gambia, het zuidwesten van Senegal, Guinea-Bissau, Guinea, Siërra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin en in Nigeria, ten westen van de Niger-rivier.


Natuurlijke leefomgeving:

Ze zijn te vinden in allerlei soorten altijd groene bossen en aan de randen van de oerwouden. Deze tok begeeft zich ook op de savannen, beboste gebieden riviergebieden en oliepalm plantages. Hij begeeft zich maar zelden boven een hoogte van 900 meter.


Natuurlijke voeding:

Ze leven over het algemeen in kleine groepjes van 3 tot 5 vogels, maar tijdens het broedseizoen kan dit oplopen tot een groep van 10 a 20 vogels en soms zelfs wel eens 70 vogels.
Samen zoeken ze dan naar voedsel.
Het voedsel bestaat uit fruit en dierlijk voedsel.
Kevers zijn een belangrijk onderdeel van het dierlijke voedsel, maar ze eten ook mieren, sprinkhanen, rupsen, vliegende termieten, hagedissen, motten en hun larven, nestvogels en muizen.


Broeden en levenscyclus :

De tijd van het jaar dat deze tokkensoort broedt is afhankelijk van waar ze voorkomen.
In Senegal en Gambia broeden ze in augustus, in Liberia van december tot februari, in Ivoorkust van november tot januari, in Ghana van januari tot april en in Nigeria broeden ze van april tot januari.
Van de bonte tok is maar heel weinig bekent over de duur van de broedperiode.
Hoe lang de broedduur en nestperiode is weet men eigenlijk niet precies.
Men weet wel dat het maximale aantal eieren in een legsel dat ooit gevonden is, is 4 eieren.
Deze zijn wit van kleur en hebben een geputte schaal.
Deze vogels broeden in natuurlijke holen, zo'n 9 tot 24 meter boven de grond, voornamelijk in hoge bomen.
Het vrouwtje metselt zelf de ingang dicht, waarbij ze gebruik maakt van haar uitwerpselen.
De tijd dat het vrouwtje op het nest zit te broeden, voordat de jongen zijn uitgekomen, wordt ze door het mannetje gevoerd met voornamelijk fruit en sprinkhanen.
Het vrouwtje komt het nest uit een tijdje voordat de jongen uitvliegen om het mannetje te helpen met het voeren van de jongen van buitenaf.
Bij Stichting de Neushoornvogel is een koppel vrij laat in het jaar gaan nestelen.
Het werd zo koud(de nestkast hing buiten), dat we de nestkast met vrouwtje en jongen in een verwarmde binnenkooi hebben gehangen.
Daar ging het mannetje gewoon door met voeren.
Er zijn drie mooie jongen uit gekomen.


Go to top