Beschrijving :

Deze vogel heeft een lengte van 55 tot 60 centimeter.
Het hoofd, de nek, borst, rug en vleugels zijn zwart van kleur met een groene glans erop.
De onderbuik, punten van de veren aan de vleugels en de punten van de binnenste staartveren zijn wit.
De snavel is lichtgeel met een donkergele helm erop.
De basis van de snavel en de helm is zwart en er zit een zwarte vlek op de helm.
De oogring is wit met een zwarte vlek voor het oog en de kale plekken op de keel zijn wit met een blauw tintje.
De ogen zijn donkerrood en de poten en voeten zijn groengrijs van kleur.
Afmetingen en gewicht :
Man:
Vleugel: 368-440 mmStaart: 275-350mm
Snavel: 170-200mm
Gewicht : 1069 –1600 gram
Vrouw:
Vleugels: 330-375mmStaart: 253-290mm
Snavel : 130-155mm
Gewicht : 907-1182 gram
Geslachtsonderscheid :

Het vrouwtje.
Een minder duidelijk gevormde helm op de snavel.
De snavel en de helm zijn geel en er loopt een zwarte vlek die begint bij de punt van de helm tot aan de punt van de snavel.
De ogen zijn grijsbruin van kleur.
Jongen:

Jong mannetje
Verspreidingsgebied :
Deze vogel komt voor in India, tot aan de voet van het Himalaya-gebergte, het noorden van Bangladesh, het zuiden van Nepal, het zuiden van Bhutan, de eilanden Salanga, Kadan Kyun en Thayawthadangyi, in China in het westen van de provincie Yunnan en het zuiden van de provincie Xishuangbanna, in Vietnam inclusief de eilanden Hon Thom en Quan Phu Quoc, Laos, Cambodja, Thailand en het noordoosten van Peninsula Maleisië inclusief de eilanden Langkawi, Pulau en Butang.
Natuurlijke leefomgeving:
Aan de rand van vochtige, altijd groene wouden en op open plekken in deze wouden.
Ook komen ze voor aan de kusten en langs rivieren, dichtbegroeide eilandjes, beboste tuinen en rijstvelden en geïrrigeerde gebieden.
Natuurlijke voeding:


Ze leven in groepen van 4 tot 6 vogels, maar komen in groepen van wel 50 vogels bij elkaar in fruitbomen voor het zoeken van voedsel.
Ze leven vooral van fruit, maar af en toe eten ze ook insecten en ongewervelde diertjes.
Broeden en levenscyclus :
De tijd dat deze vogel broed is afhankelijk van de plaats waar ze leven.
In India is dit in maart en april, waarvan de meeste in maart, in Myanmar in februari en maart, in Thailand van 20 februari tot 23 maart en in Peninsula Maleisië in de periode van januari tot maart.
De totale broedperiode duurt van 79 tot 89 dagen. De broedtijd duurt 25 tot 27 dagen en in gevangenschap tot wel 29 dagen.
De nestperiode die hierop volgt is 6 a 7 weken en in gevangenschap is dit 49 tot 55 dagen.
Ze leggen 1 a 3 eieren, met tussenposen van 2 dagen en deze eieren hebben een opvallend smalle onderkant met een glanzende, maar grove, grijze gebobbelde schaal.
De vogels broeden in natuurlijke holen van verschillende soorten bomen op allerlei verschillende hoogtes van 2, 15, 30 tot wel 50 meter hoogte.
De nesten liggen 400 tot 3200 meter uit elkaar.
De nesten liggen ook in verschillende soorten bos, zoals open bos, de rand van het bos en in de dicht begroeide stukken van het bos.
Deze vogels broeden zelf in monogame paren, zonder helpers.
Het vrouwtje begint met het leggen van eieren ongeveer 4 dagen nadat ze het nest dicht heeft gemaakt.
Ze ondergaat tijdens de periode dat ze op het nest zit een eclipsrui van de slagpennen en de staartveren, maar de dekveren daarintegen, die verliest ze niet tijdens deze rui.
Het jong heeft een roze huid bij de geboorte en is na 29 dagen na het dichtmaken ongeveer te horen.
Broedresultaten :
In gevangenschap is al een aantal keren succesvol gebroed met deze neushoornvogelsoort.Ze broeden in een nestkast van 50 x 50 x 100 centimeter, waarbij de ingang 20 x 30 centimeter is voordat deze dicht wordt gemaakt.
De spleet die overblijft na het dichtmaken is 17 centimeter lang en 2 centimeter breed.
De nestblokken worden verwijdert tijdens de winter en het volgende broedseizoen weer opgehangen, dit om het broeden te stimuleren.
Vlak voordat de eieren uitkomen is het belangrijk om over te gaan op dierlijk voedsel, waar het mannetje dan mee begint te voeren.