Beschrijving :
Een van de twee grootste soort bosvogels in zijn verspreidingsgebied.
Samen met de Geelsnavel blauwlel neushoornvogel, welke een iets ander uitelijk heeft.
Ze zijn erg lawaaierig, met luid geroep en harde vleugelslagen en zelfs in de vlucht is de enorme hoorn opvallend.
Afmetingen en gewicht :
Man:
Vleugel: 368-440 mmStaart: 275-350mm
Snavel: 170-200mm
Gewicht : 1069 –1600 gram
Vrouw:
Vleugels: 330-375mmStaart: 253-290mm
Snavel : 130-155mm
Gewicht : 907-1182 gram

Vliegend vrouwtje
Geslachtsonderscheid :

Het mannetje heeft een zwart verenpak en de staart veren zijn wit aan de punten.
De hoorn op de snavel is erg groot en stelt de snavel in de schaduw.
Heeft een kobalt blauwe keelzak, rode ogen en zwarte poten en tenen.

De hoorn op de snavel eindigt abrupt op de helft van de snavel.
Jonge vogels zijn hetzelfde als de pop alleen zijn de veren in de nek en op het hoofd donkerder.
Hebben ook nog geen hoorn op de snavel.
Verspreidingsgebied :
Ze komen in het wild voor in nieuw Guinea, Liberia, Ivoor kust, Togo, Ghana, Benin, Nigeria, Kameroen, Gabon, Kongo, Afrikaanse Republiek, Oeganda en Angola.
Is de enige Afrikaanse neushoornvogel die op het eiland Bionko nog voorkomt.
Natuurlijke leefomgeving:
Leeft in vochtige altijd groene wouden, met inbegrip van wouden langs rivieren en koffie, oliepalm en cacao plantages.
Natuurlijke voeding:
In een fruitboom kunnen groepen tot 40 dieren zitten.
Paartjes blijven in de kern van hun territorium.
Voeden zich vaak samen met Bruinwang Neushoornvogels in dezelfde bomen.
Domineren alle dieren op de apen na. Gaan alleen naar de bodem als ze vruchten willen eten die eerst kapot moeten vallen en zaden.
Voedt zich vooral met vruchten en bessen.
Broeden en levenscyclus :

Ze komen meestal voor in paartjes of in familieverband van 3-5 dieren.
De mannetjes paren in een seizoen met 1 vrouwtje.
De dieren metselen zich in boomholten in en laten een spleet open waar het mannetje voedsel doorheen geeft.
Het mannetje bouwt het nest dicht met modder, mest en plakkerig voedsel.
Het mannetje zoekt het voedsel en brengt het naar het vrouwtje.
De ouders worden meestal maar met 1 jong gezien.
Geelsnavel blauwlel neushoornvogel

Geelsnavel
Blauwlel
Neushoornvogel
Man

Geelsnavel Blauwlel
Neushoornvogel Vrouw
Het mannetje is vooral zwart met bovenop een metaalachtige glans.
De nekveren zijn bovenaan wit en aan het eind bruin.
De staart is wit met de middelste veren zwart, de snavel en onderste helft van de hoorn is donker grijs, de rest van de hoorn is licht geel.
De hoorn stopt abrupt net iets over de helft van de snavel.
De hals is half kaal en de keelzak is kobalt blauw.
De ogen zijn rood en de poten zijn zwart.
Het vrouwtje is hetzelfde als het mannetje alleen kleiner.
De nek en kop is rood-bruin met bleke plekken op de hals.
De snavel en hoorn zijn bleek geel en de ogen bruin.
Het jong is hetzelfde als de pop alleen is de kop en nek donkerder bruin.
De snavel en de hoorn zijn kleiner.
Ze komen in de zelfde gebieden voor als de zwartsnavel blauwlel neushoornvogel.